Zitten we te wachten op een 4K scherm van Apple?

De opkomst van Hoge Definitie televisie?
Er waren in het verleden drie standaarden voor het doorgeven van een analoog televisiesignaal in een verhouding van 4:3. In Europa, Australië en delen van Zuid Amerika was PAL gangbaar met 576 zichtbare beeldlijnen die alternerend 25 keer per seconde ververst werden. SECAM werd in landen zoals Frankrijk, Rusland en delen van Afrika gebruikt met eveneens 576 zichtbare beeldlijnen en een verversingsfrequentie van 25 beelden. In de VS, Canada en de rest van Zuid Amerika werd NTSC gebruikt met 480 beeldlijnen en een alternerende verversingsfrequentie van 30 beelden. Er zijn een aantal pogingen geweest om de resolutie van het televisiesignaal te verbeteren. Zo is in de jaren 90 PALPlus geïntroduceerd als opvolger van PAL. Het doel was om uitzendingen in breedbeeld met een verhouding van 16:9 aan te bieden. Op een televisie die PALPlus ondersteunde bleef je 576 zichtbaren beeldlijnen houden als je naar een PALPlus gecodeerde uitzending keek. Op oudere PALPlus televisie bleven er effectief 432 beeldlijnen over en werden onder en boven zwarte balken getoond. Eerdere pogingen zoals analoge HD-MAC waarin een resolutie van 1440×1152 met een verversingsfrequentie van 50 beelden werd geboden waren niet geslaagd.

Begin deze eeuw kwam er meer beweging in de hoge definitie signalen met de komst van HD televisies. Het predikaat HDReady mocht gegeven worden aan de televisies die 720 of 1080 beeldlijnen ondersteunden. De signalen waarbij zoals bij analoge televisies de beeldlijnen alternerend ververst werden, werden aangeduid met een i van het Engelse woord ’Interlaced’. De signalen waarbij alle beeldlijnen tegelijkertijd ververst werden, werden aangeduid met een p van ’Progressive’. Vanwege de vereiste rekenkracht betekende dit dat dus of 25 keer per seconde de oneven beeldlijnen ververst werden en 25 keer per seconde de even beeldlijnen (de interlaced variant) of dat 25 keer per seconde alle beeldlijnen tegelijkertijd ververst werden (de progressive variant). De afgelopen jaren ondersteunen de televisies 1080 beeldlijnen en staan bekend als FullHD. Om tot een 16:9 verhouding te komen heb je dan 1920 beeldpunten in horizontale richting.

Op de computer waren verversingsfrequenties van boven de 60 beelden per seconde heel gewoon. Daarnaast waren eind jaren 90 beeldschermen met een resolutie van 1280x1024 al heel normaal. De huidige generatie iMacs en het Apple Thunderbolt Display hebben tegenwoordig bijvoorbeeld al een resolutie van 2560x1440.

Wat is nu 4K?
Deze fundamentele vraag kent geen eenduidig antwoord. Er zijn een aantal oplossingen die zich 4K noemen. Er is een stroming vanuit de televisiewereld die roept dat het verdubbelen van het aantal beeldpunten van een FullHD scherm in horizontale en verticale richting leidt tor 3840x2160 wat de beeldverhouding met 16:9 immers gelijk houdt aan de verhoudingen van een FullHD scherm. Omdat 3840 dicht in de buurt van 4000 ligt wordt dit aangeduid als 4K. Dit staat bekend als Ultra High Definition television. De stroming vanuit de filmwereld (Digital Cinema Initiative) houdt echter 4096x2160 aan omdat dit beeld beter bij de formaten in bioscopen past, maar dit 17:9 is een beetje vreemd formaat. De gangbare verhouding van speelfilms is 21:9 wat neer zou komen op 5120x2160 beeldpunten en als Ultra wide television bekend staat. Vanuit het Digital Cinema Initiative zijn er ook twee afgeleide formaten van de vreemde 4096x2160. Deze resoluties van 4096x1716 en 3996x2160 passen beter bij andere voorkomende filmverhoudingen.

Behalve de resolutie speelt bij 4K ook de verbeterde kleurweergave een belangrijkere rol. Als je meer beeldpunten hebt kun je meer detail weergeven. Daardoor vallen kleine kleurverschillen meer op. De beeldschermen zijn de afgelopen jaren veel beter geworden waardoor dit gotere kleurbereik een welkome aanvulling is. Hier is dus eveneens meer aandacht aan besteed, maar dit krijgt minder aandacht in de discussies rondom 4K.

De eerste televisies die 4K ondersteunen gaan dus naar 3840x2160 met een verversingsfrequentie van 30Hz voor alle beeldlijnen. Daarmee zijn deze televisies dus nog niet geschikt om als monitor te gebruiken waarbij de verwachte verversingsfrequentie hoger ligt. Het gevolg is dat veel televisies softwarematig het beeld oppoetsen om vloeiendere beelden te tonen. Daarnaast ondersteunen deze televisies nog niet de nieuwe HE-AVC standaard (ook bekend als H.265) die moet leiden tot sterkere compressie van het videosignaal. Iets dat wel wenselijk is voor deze hoge definitie signalen die in theorie vier keer zoveel opslag vereisen en een vier keer zo snelle verbinding. Al deze televisies zijn voorzien van SmartTV toepassingen, maar zullen dus nog niet in staat zijn om Video on Demand diensten op 4K te ondersteunen. Een aanbieder zoals Netflix heeft aangekondigd om dit later dit jaar wel te doen. Je bent op de huidige generaties Ultra-HD televisie dus nog afhankelijk van een extern apparaat zoals een AppleTV om straks films in een 4K resolutie te bekijken.

Parallel aan de discussies over 4K is men nu bezig met 8K UltraHD definitie televisies met resoluties van 7680x4320. Hierdoor krijg je 16 keer zoveel beeldpunten als op de huidige FullHD televisies. Daarmee is de vereiste opslagcapaciteit dus nog een factor vier hoger en duurt het nog eens vier keer zo lang om een film via Internet te streamen.

Het nut van 4K?
Zoals in de inleiding aangegeven zijn smartphones en tablets tegenwoordig voorzien van schermen met een hoge definitie. Voor bijvoorbeeld een iPhone 5S is dat momenteel 326 punten per inch en voor een iPad Air 264 beeldpunten per inch. Een Samsung S4 heeft een resolutie van 441 beeldpunten per inch. Het menselijk oog is beperkt in het zien van details. Omdat een beeldscherm opgebouwd is uit beeldpunten geldt dat vanaf een bepaalde afstand het menselijk oog de individuele pixels niet meer kan waarnemen. Vanaf die afstand heeft het dus geen zin om de beeldpunten kleiner te maken omdat het oog het verschil niet langer kan zien en dus geen extra details meer ziet. Apple gebruikt te term Retina om aan te geven dat bij normaal gebruik je de individuele beeldpunten (in het Engels pixels genoemd) niet meer ziet. Omdat je een iPad over het algemeen verder van je ogen zal houden dan een iPhone, is een lagere resolutie dus voldoende.

Het onderstaande tabelletje toont de resolutie en de retina afstand voor HD schermen.

pastedGraphic

Als je dus een 38” FullHD televisie in de huiskamer hebt staan, dan geldt dat je als je op een afstand van meer van 1,51 meter van het scherm zit, je de individuele beeldpunten niet meer zult zien. In het volgende overzicht staat de situatie voor UltraHD schermen met een resolutie van 3840x2160. Het is duidelijk dat als je het aantal beeldpunten verdubbeld en het scherm even groot blijft de Retinaafstand halveert.

pastedGraphic

Kortom met andere woorden, het heeft geen zin om een FullHD televisie te vangen door een UltraHD televisie om een beter beeld te krijgen als je op dit moment nu al verder dan de Retina afstand van je televisie zit. Los van de kosten om een groot scherm met een hoge resolutie te maken, is dit ook de reden waarom UltraHD schermen groter zijn dan FullHD televisies. De enige kanttekening die je hierbij nog kunt plaatsen is dat de betere kleurweergave van een rol kan spelen. Dit staat namelijk los van de kijkafstand.

Het heeft heel lang geduurd voordat de omroepen startten met het uitzenden van televisieprogramma’s in Hoge Definitie. Zelfs nu geldt nog dat de live HD uitzendingen in Nederland met 720 beeldlijnen uitgestuurd worden. Alleen aangekochte films en series worden in FullHD uitgezonden (mits beschikbaar). Datzelfde zal ongetwijfeld gaan gelden voor UltraHD. Het uitzenden in dit formaat zal pas lonen als een groot gedeelte van de kijkers een geschikt scherm heeft. Deze adoptie kan redelijk lang duren als je ziet dat de voordelen in de overstap naar UltraHD geringer zijn dan destijds bij de overstap naar FullHD.

Een ander probleem is dat Bluray op dit moment alleen FullHD ondersteunt. Voor het aanbieden van films in 4K resoluties is een uitbreiding op de Bluray standaard nodig. Op dit moment lijkt het erop dat dit nog tot eind 2014 of begin 2015 kan duren. Tegen die tijd moet het voor Video on Demand aanbieders mogelijk zijn om 4K programma’s aan te bieden. Tot die tijd heb je met een UltraHD televisie nog geen geschikte programma’s om te bekijken.

Wat betekent dit nu voor Apple beeldschermen?
Zoals eerder aangegeven heeft de 27” iMac al sinds 2009 een resolutie van 2560x1440 beeldpunten. Dat komt neer op 109 beeldpunten per inch en een retina afstand van 80 centimeter. Het is niet vreemd dat een gebruiker op een korte afstand achter het scherm zit. Een hogere resolutie kan dus wel degelijk iets toevoegen en het beeld scherper maken. De vraag is nu alleen wat een geschikte resolutie zou zijn. Toen Apple de iPhone 4 van een Retinascherm voorzag en enkele jaren later de iPad met een Retinascherm verdubbelde ze de resolutie. Een hogere resolutie kun je op twee wijzen inzetten. De eerste optie is om alles vier keer zo klein te maken. Immers voor ieder beeldpunt komen nu vier beeldpunten in de plaats. Tekst wordt daarmee kleiner en moet je extra inzoomen om de tekst te kunnen lezen. Maar ook je menubalk en icoontjes in een navigatiebalk worden kleiner zodat het moeilijk wordt hierop te klikken. Dat is niet wenselijk. Het is beter om de hogere resolutie in te zetten om de tekst en icoontjes even groot weer te geven, maar de extra beeldpunten te gebruiken om deze scherper weer te geven. Apple noemt dit in OS X de HiDPI modus. Deze is momenteel alleen in gebruik op de MacBook Pros die van een Retinascherm voorzien zijn. Deze hebben momenteel een resolutie van ongeveer 220 beeldpunten per inch.

De Mac Pro die eind 2013 is geïntroduceerd, is in staat om in totaal drie 4K schermen aan te sturen met een resolutie van 3840x2160. De 32” Sharp schermen die Apple als optie aanbiedt bij aankoop van een Mac Pro hebben effectief een diameter van 31,5” en een resolutie van 140 beeldpunten per inch. Deze schermen zijn dus iets scherper dan een vier jaar oude iMac met een resolutie van 109 beeldpunten per inch.

Om de HiDPI modus te gebruiken op de iMac zal Apple de resolutie moeten verdubbelen tot 5160x2880 beeldpunten waarbij je 218 beeldpunten per inch krijgt. Apple gebruikt momenteel reeds schermen met een vergelijkbare resolutie voor de MacBook Pro en deze zijn dus beschikbaar. Er zijn echter enkele andere problemen. Allereerst geldt dat de uitval bij een scherm met een grotere diameter groter is. Hoe groter het scherm is, des te groter de kans dat er een of meerdere defect beeldpunten op zitten. Gezien de populariteit van de iMac heb je echter heel wat schermen nodig. De prijs speelt ook een rol. Het prijsverschil tussen de 13” MacBook Pro en de 13” MacBook Pro met Retina scherm is €100. Laten we aannemen dat de andere verschillen zoals de 500GB harde schijf versus 128GB Flash storage en de verschillende grafische chip prijstechnisch vergelijkbaar zijn, dan zou een 13” Retina scherm met 227 beeldpunten per inch dus €100 duurder zijn dan een niet-Retinascherm met 113 beeldpunten per inch. Dat zou betekenen dat een iMac scherm naar 5160x2880 brengen dus zou betekenen dat de Retina iMac €400 duurder zou worden. Belangrijker is echter dat er aanzienlijk meer informatie naar het scherm gestuurd moet worden. Op deze 5160x2880 beeldpunten 60 keer per seconde naar het beeldscherm te sturen heb je een bandbreedte nodig die zelfs niet door ThunderBolt 2 geleverd kan worden. Het is dus voor Apple misschien wel mogelijk om dat in een iMac aan te bieden omdat deze informatie direct naar het ingebouwde beeldscherm gestuurd kan worden, maar niet via Thunderbolt 2 of HDMI naar een extern scherm met dezelfde resolutie. Een 27” Apple Thunderbolt Display met deze resolutie zit er dus niet in, omdat er geen goede aansluiting is die dit mogelijk maakt. Dat zou dus kunnen betekenen dat we nog een jaartje moeten wachten tot de nieuwe HDMI 2.0 standaard. Deze ondersteunt echter nog steeds ’slechts’ 3820x2160 op 60 beelden per seconde. Er zijn dus twee van kabels nodig om 5160x2880 aan te bieden op 60 beelden per seconde.

Wat betekent dus voor Apples televisieplannen?
De afgelopen jaren wordt er steeds vaker gesproken over de mogelijkheid dat Apple de televisiemarkt gaat betreden. Gaat dit na de iPod, iPhone en iPad de volgende revolutie zijn die Apple ter weeg brengt. Steve Jobs schijnt iets tegen zijn biograaf Walter Isaacson gezegd te hebben waarna dit bijzonder cryptisch zijn weg gevonden heeft in de Steve Jobs biografie. Ook de huidige Applebaas Tim Cook heeft aangegeven dat Apple met bijzondere interesse naar deze markt kijkt. Zoals we zagen heeft de 27” iMac momenteel een resolutie van 109 beeldpunten per inch. Datzelfde geldt ook voor het 27” Apple Thunderbolt Display. Het is voor Apple redelijk eenvoudig om op basis van dezelfde panelen een versie te maken met hetzelfde aantal beeldpunten per inch, maar dan met een resolutie van 3820x2160. Dat zou betekenen dat deze AppleTV een diameter zou hebben van zo’n 37” met een Retina afstand van 73 centimeter. Zoals hierboven beredeneerd zou een iMac met Retina scherm zo’n €400 duurder zijn dan de huidige iMac. Als je naar het Apple Thunderbolt Display kijkt dan kost dit momenteel €1016. Apple zou dus volgens deze redenering een 37” 4K Apple Thunderbolt Display voor €1416 kunnen maken als er niet teveel uitval is. Maar daarmee heb je nog geen televisie. Voor €109 meer heb je de functionaliteit van de AppleTV 3 ingebouwd. Deze zal echter wat krachtiger moeten worden om de hogere resolutie te ondersteunen. De iPad 4e generatie met A6-processor kon naast het ingebouwde scherm middels AirPlay mirroring een externe televisie aansturen en dus effectief 2048x1532 plus 1280x720 beeldpunten aansturen. Dat zijn dus 4.059.136 beeldpunten terwijl we er op een UltraHD scherm 8.294.400 moeten kunnen aansturen. De vraag is of de A7-processor die in de iPad Air zit daarvoor sterk genoeg is. Met een Retinaafstand van 73 centimeter is het duidelijk dat Apple prijstechnisch wel wat ruimte heeft. Men kan bijvoorbeeld een diameter van 44” nemen waardoor de resolutie daalt en daarmee de prijs van het scherm. Daarmee is het wellicht mogelijk dat Apple voor €999 een televisie op de markt kan zetten. Bovengenoemde bedragen zijn immers berekent op basis van de verkoopprijzen. Daarbij moet gezegd worden dat de Sharp 32” FullHD monitor die bij de Mac Pro te bestellen is €3999 kost. Dell heeft een 32” 4K monitor die $3499 excl. BTW moet kosten. Dat is aanzienlijk meer dan de €1416 hierboven. Er zal op 4K monitoren nog wel een redelijke marge zitten, maar het zou ook kunnen suggereren dat de uitval hoger is dan hierboven aangenomen.

Eerder schreven we hier al over de mogelijkheid dat Apple een televisie uit zou brengen op een resolutie lager dan 4K. Dat zou behoorlijk wat gevolgen hebben voor de markt. Apple is middels iTunes namelijk in staat om een afwijkend formaat te forceren. Zoals hierboven beschreven is één van de problemen met 4K de afwezigheid van voldoende televisieprogramma’s, televisieseries en films. Nu Netflix aangeeft om de stap naar 4K te maken is het niet aannemelijk dat een afwijkend formaat een succes kan gaan worden.

Conclusie
De toevoegde waarde voor UltraHD is beperkt voor de meeste televisietoepassingen. Het is echter wel zinvol om een de resolutie van een iMac te verhogen om de beeldkwaliteit te verhogen. Om dit echter te doen moet de stap voorbij de 4K gezet worden en daar kleven nogal wat gevolgen aan. Het moment waarop Apple zal instappen zullen maar een beperkt aantal hooggeplaatste Apple medewerkers weten. Gezien het feit dat de markt voor 4K nog verre van volwassen is, kunnen we echter niet concluderen dat Apple te laat is met instappen. De komende jaren zullen het ons leren.